donderdag 31 januari 2013

Boek - Toneelspelen in de tegenwoordige tijd

Een interessant boek, met als focuspunten de verschillen en samensmeltingen tussen de toneelspeler en het personage in het vertellende theater. Uit dit boek het ik een paar voorbeelden genoteerd die de geraamte van theater helder beschrijven, die ik later goed kan gebruiken bij het schrijven van 'het toneelstuk'.







'4 constituerende elementen van het toneel:
  • Het toneelstuk
  • De toneelspeler
  • Het toneel
  • Het publiek'
(blz. 15)


'Wat de toneelspeler speelt, de rol, de voorstelling, bestaat niet, behalve op het moment van het spelen zelf. ' (blz.19)


'Wat doet de toneelspeler als hij speelt? Hij geeft gestalte aan een denkbeeldige personage, in een denkbeeldige situatie, vaak in een denkbeeldige tijd en op een denkbeeldige plaats.' (blz.31)


'In geval van een geschreven toneelstuk krijgt de toneelspeler veel informatie over hoe de personage in elkaar zit uit de tekst:
  • Wat het (niet) doet
  • Welke beslissingen het neemt
  • Wat er door de personage heen gaat aan gevoelens en gedachtes
  • Wat zijn beweegredenen en bedoelingen zijn (motieven en intenties)
  • Wat het voor zichzelf houdt en wat het prijsgeeft aan de openbaarheid
  • Hoe het zijn plannen beraamd en met wie
  • Met welke andere personages het (niet) goed op kan schieten
  • Of het ijdel is en heerzuchtig of juist bescheiden en verlegen
  • Of het een doordouwer is of juist een 'loser'
  • Hoe oud het is
  • Wat voor kleren het draagt
  • Of het getrouwd is of verliefd'
(blz.32)


'In een toneelstuk wordt een verhaal verteld, door het te laten gebeuren.' (blz. 33)


'Het toneel is een romantische plek, er worden werelden geschapen die daarbuiten niet bestaan.' (blz. 37)

0 reacties:

Een reactie posten